Ovenschotel met bloemkool en gehakt

1. Breng een pot water aan de kook. 
2. Maak de bloemkool schoon en verdeel in roosjes.
3. Voeg een snuifje zout in het kokende water en voeg ook de bloemkool toe.
4. Kook de bloemkool in het gezouten water beetgaar 7-8 minuten. 
5. Controleer of de bloemkool beetgaar is.
6. Zet ondertussen een 2de pot op het water en voeg ook hier een snuifje zout toe. 
7. Schil de aardappelen en kook ze gaar.
8. Giet het water van de bloemkool af en zet het op ijswater (indien je geen ijsblokjes hebt, zeer koud stromend water).
9. Giet de aardappelen af en verwerk dit tot een puree.
10. Voeg 40 gram boter, 1 dl melk, peper, zout en nootmuskaat toe aan de puree.
11. Bak ondertussen het gehakt in een braadpan.
12. Plet dit goed met een vork zodat je kleine stukjes gehakt krijgt. 
13. Snij ondertussen je ui in kleine stukjes en voeg dit toe aan het gehakt wanneer deze begint te kleuren.
14. Kruid het gehakt af met peper en zout.
15. Neem een ruime ovenschaal.
16. Schep de aardappelpuree in deze schotel. 
17. Giet daarover het gehakt en werk af met de roosjes beetgare bloemkool.

Maak dan nog een kaassaus voor over de schotel: 

1. Maak eerst een klassieke roux: smelt 30 gram boter in een hete kookpot en voeg nadien de bloem toe. 
2. Laat dit mengsel opdrogen. Let op dat deze roux niet aanbakt! 
3. Blijf voortdurend roeren tot je een koekjes geur begint te ruiken. 
4. Voeg nadien de 5 deciliters melk toe aan deze roux.
5. Blijf voortdurend roeren met een garde.
6. Je moet lang genoeg roeren om een gladde bechamelsaus te krijgen. 
7. Neem de pot van het vuur en meng de geraspte kaas onder de saus. 
8. Kruid deze saus af met peper en zout.
9. Giet deze kaassaus over de ovenschotel.
10. Zet de ovenschotel onder de grill en laat de schotel gratineren.
11. Indien de je schotel maakt voor de volgende dag moet je de schoten uiteraard wel eerst een opwarmen in de oven (hete lucht).
12. Zet de oven dan op 180 graden en plaats de schotel 30-40 minuten in de oven. 
13. Nadien kun je dan 2-5 minuten de grill stand opzetten om te gratineren.

Aan tafel!